Je buikomvang meten of op de weegschaal gaan staan, zijn twee veelgebruikte manieren om je gewicht te bepalen. Bijvoorbeeld om te kijken of je een gezond gewicht hebt of wanneer je wilt afvallen dan wel aankomen en je vorderingen wilt bijhouden. Maar, wat vertellen die meetmethoden je nu precies? Hoe gebruik je ze?
Kortom: wat is het onderscheid tussen je buikomvang meten of de weegschaal gebruiken? Een overzicht!
Heb je mijn gratis receptenboek al gedownload? Direct toegang tot 12 recepten om je buikomvang te verminderen.
Inhoudsopgave:
Waarom je gewicht bepalen belangrijk is?
Gewicht meten met en zonder weegschaal
Hoe je buikomvang meten en wat zegt het?
Buikomvang meten is gezondheidsrisico’s inschatten
Conclusie buikomvang meten versus weegschaal
Waarom je gewicht bepalen belangrijk is?
Je buikomvang meten of op de weegschaal gaan staan doe je met een reden. Bijvoorbeeld om te kijken of je een gezond gewicht hebt. Want, het belang daarvan is inmiddels wel bekend. Immers, ben je te zwaar? Dan stijgt de kans op allerlei aandoeningen. Denk aan luchtwegproblemen en gewrichtsklachten, maar ook een te hoge bloeddruk, diabetes type 2, hart- en vaatziekten plus bepaalde vormen van kanker. Overigens? Ook te licht zijn is niet goed voor je gezondheid. Je kunt een tekort krijgen aan belangrijke voedingsstoffen, je weerstand kan afnemen en ook energiegebrek en vermoeidheid kunnen je parten spelen. Maar, wat is nu de beste manier om je bepalen of je gewicht goed is of niet? Regelmatig op de weegschaal of je buikomvang meten.
Gewicht meten met en zonder weegschaal
Wil je weten of je een gezond gewicht hebt? Dan is je buikomvang meten meestal niet het eerste wat je doet. Eigenlijk is het nog steeds gangbaar om op de weegschaal te gaan staan. Wat je op die manier meet is je zogenaamde BMI ofwel Body Mass Index. Deze index geeft weer of je gewicht in verhouding is met je lengte. De berekening werkt als volgt, namelijk:
Op basis van de uitkomst kun je vervolgens nagaan wat je BMI zegt over je gewicht. De World Health Organization (WHO)¹ houdt de volgende indeling aan als het gaat om de BMI voor volwassenen van pakweg 18 tot 70 jaar, namelijk:
Classificatie | BMI |
Ondergewicht | |
Normale range | 18.50 – 24.99 |
Overgewicht | ≥ 25 |
Obesitas | ≥ 30 |
– obesitas klasse I | 30.00 – 34.99 |
– obesitas klasse II | 35.00 – 39.99 |
– obesitas klasse III (morbide obesitas) | ≥ 40 |
En hoewel de index wijd en zijd bekend is en veel wordt gebruikt, zegt de uitkomst ervan niet alles. Een van de grootse bezwaren van deze rekenmethode in vergelijking met de buikomvang meten is dat het alleen maar kijkt naar het totale lichaamsgewicht.
Zo houdt de BMI en dus de weegschaal onder andere geen rekening met je lichaamsbouw én waar de kilootjes zich dus bevinden. Op je buik, armen, benen, kont, borsten enzovoort. Ook zegt de index niets over waar je lichaamsgewicht uit bestaat. Dat kan zijn uit spieren, vet, vocht en dergelijke. Vandaar dat je blindstaren op de cijfertjes van een weegschaal volgens studies² geen zin heeft. Want, een keurige BMI van 25 kan wel degelijk ongezond zijn. Hoezo? Omdat het niets zegt over hoeveel vet je nu eigenlijk hebt en waar dat is opgeslagen in je lichaam. Want, juist waar vet zich in je lijf bevindt, is volgens onderzoekers een veel betere voorspeller van hoe het met je gezondheid is gesteld.
Waarom buikomvang meten?
Tegenwoordig is het dan ook steeds gebruikelijker om je gewicht te bepalen door je middelomtrek op te meten. De reden? Omdat je buikomvang meten veel meer zegt over je gezondheid en bijkomende risico’s dan alleen je BMI te checken. Dat concluderen onderzoekers van het Pennington Biomedical Research Center in de International Journal of Obesity³. Zij volgden gedurende 13 jaar ongeveer 8.000 mannen en vrouwen.
Vooral het aanwezige vet in de buik – buikvet – levert de meeste gezondheidsrisico’s op. En dus niet zozeer het onderhuidse (bruine⁴) vet dat op de heupen en bovenbenen zit en zorgt voor de bekende vrouwelijke rondingen ofwel peervorm. Buikvet is het zogenaamde viscerale vet. Dit soort vet gaat onder je spieren zitten en nestelt zich rond je vitale organen.
Het funeste aan visceraal vet is ook dat je het niet altijd meteen aan de buitenkant ziet. Zo kan het dus zijn dat je slank oogt en een ideaal gewicht hebt, terwijl je wel een te hoog vetpercentage hebt. Dat wordt dan skinny vet genoemd en ook dat is ongezond.
Trouwens? Doe je niets aan dat onzichtbare buikvet? Op den duur ontwikkel je dan vaak toch een buikje. Daardoor ontstaat de bekende appelvorm. Bij mannen herken je dat bijvoorbeeld aan de bierbuik. Ook vrouwen in de overgang hebben nogal eens de neiging in de ‘buikregio’ extra aan te komen. Krijgen een hoge buik of een soort rolmopsvorm vanaf de middel terwijl ze verder slank zijn. En hoewel deze veranderingen nogal eens door hormonale schommelingen worden veroorzaakt, kan het toch een indicatie zijn dat je teveel ongezond – visceraal – vet hebt.
Hoe je buikomvang meten en wat zegt het?
Wil je je buikomvang meten? Dan doe je dat op het smalste gedeelte van je middel. Hierbij leg je een centimeterband ofwel meetlint tussen de bovenkant van je bekken en onder je ribben. Zorg er verder voor dat je tijdens het meten ontspannen staat en meet je tailleomvang als je normaal uitademt. Heb je de omvang van je taille gemeten? Dan betekent dat het volgende aldus de NHG-richtlijnen⁵.
Buikomvang | Gezondheidsrisico’s | |
Mannen | Normaal | |
94-102 cm | Verhoogd | |
> 102 cm | Ernstig verhoogd | |
Vrouwen | Normaal | |
80-88 cm | Verhoogd | |
> 88 cm | Ernstig verhoogd |
Kortom: ben je een volwassen vrouw? En heb je een tailleomvang van 89 centimeter of meer? Dan heb je teveel buikvet ofwel overgewicht en zit je duidelijk in de gevarenzone. Voor volwassen mannen ligt de gevarengrens op 102 centimeter.
Buikomvang meten is gezondheidsrisico’s inschatten
Visceraal vet vormt een gezondheidsrisico. Onder meer omdat het beter doorbloed is en actiever dan onderhuids vet. Het gevolg ervan is dat het zogenoemde buikvet vervolgens de nodige schade aan het lichaam kan veroorzaken. Niet alleen wordt het geassocieerd met een hoge bloeddruk en schade aan hart- en bloedvaten. Ook verstoort het de insulinewerking en schijnt het bepaalde kankervormen aan te wakkeren. Van de dikke darm, slokdarm en alvleesklier⁶. Vandaar dat onderzoekers stellen: een taille die dun is, zorgt er gewoonweg voor dat je langer leeft⁷. Dus? Wil je weten hoe het met je gezondheid is gesteld? Ga dan je buikomvang meten.
Conclusie buikomvang meten versus weegschaal
Zoals uit het bovenstaande blijkt is alleen op de weegschaal staan geen absolute graadmeter om te bepalen of je een gezond gewicht hebt. Dat geldt trouwens ook wanneer je aan het lijnen bent. Je buikomvang meten werkt dan veelal beter. Want de kans bestaat dat de weegschaal helemaal geen gewichtsverlies laat zien als je lijnt. Dat kan demotiverend werken. Zeker als je wel supergezond eet en elke dag volop beweegt en sport. Of niet soms? Meet je echter je tailleomvang? Dan is de kans supergroot dat omtrek van je buik wel significant vermindert. Onder andere omdat je vet verliest en tegelijkertijd meer spiermassa opbouwt. Gevolg? Je wordt slanker! En dat is niet alleen goed voor je gezondheid. Het draagt er eveneens aan bij dat je doorgaat en de motivatie behoudt om af te vallen.
En wat doe jij? Je buikomvang meten of gebruik je de weegschaal? En wat zijn je ervaringen? Laat je reactie hieronder achter of kijk eens op mijn Facebookpagina. Wens je wat hulp en ondersteuning bij je ideale gewicht bereiken? Neem dan eens een kijkje bij mijn programma Slank door de Overgang.
Bronnen:
1. http://apps.who.int/bmi/index.jsp?introPage=intro_3.html
2. http://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJMoa0801891
3. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/22249224
4. https://nl.wikipedia.org/wiki/Bruin_vetweefsel
5. https://www.nhg.org/standaarden/volledig/nhg-standaard-obesitas
6. http://www.webmd.com/diet/obesity/features/the-risks-of-belly-fat#1.
7. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/18363902